Beeldtaal & Storytelling 2

A.     Personages

1. Wie is de protagonist?

• Dom Cobb

2. Geef een karakterbeschrijving van de protagonist.

• Eigenwijs, zelfverzekerd en vastberaden.

3. Geef twee uitspraken van de protagonist waarin zijn/haar karakter naar voren komt.

• 'Ik ga gewoon inproviceren’ en ‘Ik heb geen andere keuze’.

4. Wat zegt de kleding van de protagonist over zijn/haar karakter?

• Dom heeft vaak een pak aan. Dit doet mij denken aan een ‘zakelijk en serieus’ persoon. Dit zou kunnen betekenen dat hij zijn baan serieus neemt. In zijn eigen de dromen waar zijn vrouw Mel nog levende is, heeft hij meer ‘informele’ kleding aan. Dat is een t-shirt met een open ribfluwele overhemd. Deze dromen moeten fijne herinneringen van hem en Mel voorstellen, hierdoor zit hij dus meestal in een ‘ontspannen’ en vertrouwede situatie. 

5. De protagonist maakt altijd een psychologische ontwikkeling door. Welke is dat voor deze protagonist?

• In het begin is Dom vrij egoïstisch en gesloten. Hij maakt eigen beslissingen en laat anderen niet toe tot zijn privéleven wat in vervolg tot problemen gaat leiden. Hij neemt zijn hele team met zich mee om inception uit te voeren, maar verteld niet de gevaarlijke gevolgen hiervan. Hij is zo vastberaden dat het inplanten van het idee bij Fischer gaat slagen dat hij zonder twijfels anderen in gevaar brengt. Daarbij ziet hij ook geen andere uitweg. Aan het einde zien we dom niet meer zo egoïstisch, hij offert zichzelf op voor Saito om het terug te vinden en blijft in de droom hangen. Wetende wat de gevaren hiervan zijn doet hij het toch.

6. Wie is de antagonist? 

• Dat is dom zelf. Om speciefiek te zijn, is het zijn schuldgevoel die hem de hele tijd in de weg zit. Dat schuldgevoel wordt uitgebeeld als zijn eigen vrouw, die de missies probeert te aborteren. Maar eigenlijk is het zijn schuldgevoel die hij niet los kan laten. 

7. Waaraan kun je zien dat dit een antagonist is?

• Aan dat elke keer hij Mal ziet het weer misgaat. In het begin gaat ze tegen hem werken. Later word hij vaak afgeleid tijdens een missie omdat hij Mal of zijn kinderen ziet. 

B.     Metaview

8. Wat is het belangrijkste probleem in het verhaal?

• Het belangrijkste probleem is dat de hoofdrolspeler (Dom) niet meer in America kan komen doordat hij verdacht wordt van moord op zijn eigen vrouw. Hij wil graag zijn kinderen zien, maar dat kan niet anders wordt hij gelijk gepakt door de politie. Er komt hiervoor een oplossing, als Dom een geslaagde missie uitvoert voor Saito dan kan hij weer terug naar huis komen. Saito zegt dat hij maar één telefoontje hoeft te plegen en dan mag Dom weer in Amerika komen. Aan het einde is de missie geslaagd en komt Dom veilig door de controles op het vliegveld. 

9. Wat is het belangrijkste thema van de film?

• Het belangrijkste thema van de film is dromen. Ik was persoonlijk een paar keer in de war of de personages nog in een droom zaten of dat het de werkelijkheid was. De meeste scenes spelen zich af in dromen van anderen. Grootste deel van de film is het de droom van Robert Fisher, het slachtoffer van de inceptie. Daarbij is de vrouw van Dom overleden door dromen, ze kon de werkelijkheid en dromen niet meer van elkaar scheiden. Dit is ook de antagonist van Dom, een schuldgevoel over dat door hem zijn vrouw is overleden. Dom gebruikt de dromen om samen met zijn overledene vrouw te kunnen zijn. 

10. Hoe worden de verschillende droomwerelden van elkaar onderscheiden? 

• Door de verschillende omgevingen. In de eerste laag van de droom van Fisher zijn ze in een grote stad waar het veel regent. Daar zitten ze later de hele tijd in een busje. In de tweede laag zijn ze allemaal netjes gekleed en zijn ze te zien in een hotel. In de derde laag zijn ze op een plek waar het veel sneeuwt. Vervolgens komen Dom, Saito en Ariadne in een vierde laag waar ze herinneringen van Dom & Mel te zien krijgen.  Bij elke droom hebben ze andere kleding aan om niet op te vallen en zich aan te passen aan de omgeving. 

C. Semiotiek

11.   Leg de theorie van CS Peirce uit aan de hand van een scène uit Inception. 

• Een voorbeeld van de theorie van CS Peirce die je kan vergelijken met de film, is het tolletje van Dom. Achteraf komen we erachter dat het tolletje eigenlijk van Mel is geweest. Het tolletje staat symbool voor het niet dromen. Als het tolletje niet meer draait dan betekent het dan Dom niet meer in een droom zit. Voor Ariane is dit een schaakstuk. De doolhof die Ardiane in Parijs tekende verwijst naar de moeilijkheidsgraad van de missie die ze gaan uitvoeren, daarom is het een index. 

D. Mening

12.   Wat is de belangrijkste scene in de film (je mag niet de openingsscène of de slotscène kiezen!). Leg uit waarom.

• De belangrijkste scene is wanneer Ardiane in een droom van Dom komt. Het zijn eigenlijk dromen gebaseerd op herinneringen van Dom. Hier komen we achter dat Dom Mel levende wil houden in zijn dromen en dit niet los wil laten. Dom wil aan niemand vertellen dat het schuldgevoel over Mel hem in de weg zit. Dit zorgt later ook voor grote problemen tijdens een missie.

13.   Elke film gaat over de tijd/cultuur waarin die wordt gemaakt. Zo ook Inception. Welke problemen/vraagstukken uit onze huidige tijd zou je kunnen vinden in deze film? 

• Aangezien de wereld van tegenwoordig vrij digitaal is en dat steeds realistischer wordt gemaakt. Kan het zijn dat sommigen zich verdwalen in deze moderne digitale wereld. Denk hierbij aan videogames, VR-brillen en andere technologieën. Sommigen leven meer in een digitale dan in een echte wereld dat ze bijna geen onderscheid hiervan maken. Of ze vinden de digitale wereld zo veel mooier dat ze liever niet zo vaak ‘terugkomen’ in de echte wereld. Dit kan te maken hebben met bijvoorbeeld gameverslaving. 
  

Formuleer 3 leerdoelen, wat wil je aan het einde van periode 3 aan kennis en ervaring opdoen als het gaat om film(theorie)?

1. Begrijpen waarom films op een bepaalde manier gemaakt worden 
2. Begrijpen op welke manier een goed/aangrijpend verhaal in beeld wordt omgezet
3. Een analyse maken van beeld en daarbij alle elementen van beeld benoemen

Schrijf een weekreflectie:

• Na de eerste les van Beeldtaal & Storytelling 2 heb ik eigenlijk geen andere kijk op de film gekregen. Ik heb wel een bevestiging gekregen dat ik goed op weg was met mijn eigen analyse en dat ik de film goed heb ‘begrepen’. Wel vond ik het verfrissend om te horen hoe anderen de film hebben ervaren. Hierdoor merk je al snel dat we als mensen anders denken en andere kennis hebben over bepaalde onderwerpen. Wel begrijp ik beter na het college wat de theorie van CS Peirce is en hoe je dat kan toepassen op een film.Nieuwe alinea